Nederlands
Sorah Al-Balad ( The City ) - Verses Number 20
لَا أُقْسِمُ بِهَٰذَا الْبَلَدِ
( 1 )
Ik zweer bij dit grondgebied,
وَأَنتَ حِلٌّ بِهَٰذَا الْبَلَدِ
( 2 )
En gij, o profeet! houd verblijf in dit grondgebied;
وَوَالِدٍ وَمَا وَلَدَ
( 3 )
En bij den vader, en bij het kind;
لَقَدْ خَلَقْنَا الْإِنسَانَ فِي كَبَدٍ
( 4 )
Waarlijk, wij hebben den mensch in ellende geschapen.
أَيَحْسَبُ أَن لَّن يَقْدِرَ عَلَيْهِ أَحَدٌ
( 5 )
Denkt hij, dat niemand sterker is dan hij.
يَقُولُ أَهْلَكْتُ مَالًا لُّبَدًا
( 6 )
Hij zegt: ik heb groote rijkdommen verteerd!
أَيَحْسَبُ أَن لَّمْ يَرَهُ أَحَدٌ
( 7 )
Denkt hij, dat hem niemand ziet.
أَلَمْ نَجْعَل لَّهُ عَيْنَيْنِ
( 8 )
Hebben wij hem niet twee oogen gegeven.
وَلِسَانًا وَشَفَتَيْنِ
( 9 )
En eene tong en twee lippen.
وَهَدَيْنَاهُ النَّجْدَيْنِ
( 10 )
En hebben wij hem niet de twee groote wegen, des goeds en des kwaads vertoond?
فَلَا اقْتَحَمَ الْعَقَبَةَ
( 11 )
En nog is hij de helling niet afgedaald.
وَمَا أَدْرَاكَ مَا الْعَقَبَةُ
( 12 )
Wat zal u doen begrijpen wat de helling is?
فَكُّ رَقَبَةٍ
( 13 )
Het is: den balling te bevrijden.
أَوْ إِطْعَامٌ فِي يَوْمٍ ذِي مَسْغَبَةٍ
( 14 )
Of te voeden in de dagen van hongersnood.
يَتِيمًا ذَا مَقْرَبَةٍ
( 15 )
Den wees, die ons verwant is.
أَوْ مِسْكِينًا ذَا مَتْرَبَةٍ
( 16 )
Of den armen man, die op den grond ligt.
ثُمَّ كَانَ مِنَ الَّذِينَ آمَنُوا وَتَوَاصَوْا بِالصَّبْرِ وَتَوَاصَوْا بِالْمَرْحَمَةِ
( 17 )
Wie dit doet en tot hen behoort die gelooven, en ieder ander volharding en mededoogen aanbevelen,
أُولَٰئِكَ أَصْحَابُ الْمَيْمَنَةِ
( 18 )
Dezen zullen de makkers der rechterhand wezen.
وَالَّذِينَ كَفَرُوا بِآيَاتِنَا هُمْ أَصْحَابُ الْمَشْأَمَةِ
( 19 )
Maar zij, die omtrent onze teekenen ongeloovig zullen zijn, dezen zullen de makkers der linkerhand wezen.
عَلَيْهِمْ نَارٌ مُّؤْصَدَةٌ
( 20 )
Boven hen zal zich het vuur uitstrekken.